Na hun nederlaag tegen de
Russen in de Russisch-Turkse oorlog (1828-1829), herstelde het
Ottomaanse rijk de Donau-havens Turnu, Giurgiu en Braila naar Walachije, en stemde ermee in hun commerciële monopolie op te geven en de vrijheid van navigatie op de Donau te erkennen. zoals gespecificeerd in het Verdrag van Adrianopel, dat werd ondertekend in 1829. De politieke autonomie van de Roemeense vorstendommen groeide toen hun heersers voor het leven werden gekozen door een gemeenschapsvergadering bestaande uit boyars, een methode die wordt gebruikt om politieke instabiliteit en Ottomaanse interventies te verminderen.Na de oorlog kwamen Roemeense landen tot 1844 onder Russische bezetting onder het bestuur van generaal Pavel Kiselyov. Tijdens zijn bewind voerden de lokale boyars de eerste Roemeense grondwet uit.