In 220 stierf Cao Cao in Luoyang op 65-jarige leeftijd, nadat hij er niet in was geslaagd
China onder zijn heerschappij te verenigen, naar verluidt aan een "hoofdziekte".In zijn testament stond dat hij begraven zou worden bij Ximen Bao's tombe in Ye zonder goud- en jadeschatten, en dat zijn dienstdoende onderdanen aan de grens op hun post moesten blijven en de begrafenis niet moesten bijwonen, aangezien, in zijn eigen woorden, "het land is nog steeds instabiel".Cao Cao's oudste overlevende zoon Cao Pi volgde hem op.Binnen een jaar dwong Cao Pi keizer Xian af te treden en riep hij zichzelf uit tot eerste keizer van de staat Cao Wei.Cao Cao kreeg toen postuum de titel "Grand Ancestor Emperor Wu of Wei".