
De kerstening van Kievan Rus vond plaats in verschillende fasen. Begin 867 kondigde patriarch Photius van Constantinopel aan andere christelijke patriarchen aan dat de Rus, gedoopt door zijn bisschop, met bijzonder enthousiasme tot het christendom overgingen. De pogingen van Photius om het land te kerstenen lijken geen blijvende gevolgen te hebben gehad, aangezien de Nestorkroniek en andere Slavische bronnen het tiende-eeuwse Rus beschrijven als stevig verankerd in het heidendom. Volgens de Primaire Kroniek dateert de definitieve kerstening van het Kievse Rijk uit het jaar 988 (het jaar wordt betwist), toen Vladimir de Grote werd gedoopt in Chersonesus en vervolgens zijn familie en volk in Kiev doopte. Deze laatste gebeurtenissen worden in de Oekraïense en Russische literatuur traditioneel de doop van Rus genoemd. Byzantijnse priesters, architecten en kunstenaars werden uitgenodigd om aan talloze kathedralen en kerken rond Rus te werken, waardoor de Byzantijnse culturele invloed nog verder werd uitgebreid.;