Dark Mode

Voice Narration

3D Map

MapStyle
HistoryMaps Last Updated: 01/02/2025

© 2025.

▲●▲●

Ask Herodotus

AI History Chatbot


herodotus-image

Stel hier uw vraag

Examples
  1. Vraag mij naar de Amerikaanse Revolutie.
  2. Stel enkele boeken voor over het Ottomaanse Rijk.
  3. Wat waren de oorzaken van de Dertigjarige Oorlog?
  4. Vertel me iets interessants over de Han-dynastie.
  5. Geef me de fasen van de Honderdjarige Oorlog.



ask herodotus
Herfstopstand van 1946
© Korean People Journal

Herfstopstand van 1946


History of South Korea

Herfstopstand van 1946

1946 Aug 1
Daegu, South Korea
Herfstopstand van 1946
Demonstratie ter ondersteuning van de Gemengde Commissie tussen de VS en de Sovjet-Unie © Korean People Journal

De herfstopstand van 1946, ook wel bekend als de 10.1 Daegu-opstand, was een grootschalige boeren- en arbeidersopstand in Zuid-Korea tegen het beleid van de Amerikaanse militaire regering in Korea (USAMGIK). Aangewakkerd door de verslechterende economische omstandigheden, politieke repressie en publieke frustratie over pro-Japanse politieagenten die in de nieuwe regering dienden, vormde de opstand een aanzienlijke uitdaging voor de Amerikaanse controle over Zuid-Korea.


Achtergrond en oorzaken

Na de bevrijding van Korea uitJapan in 1945 had de USAMGIK moeite met het omgaan met economische tegenslagen, waaronder rijsttekorten en uitbraken van cholera. De honger was bijzonder ernstig in Daegu en Gyeongsangbuk-do, waar overheidsmaatregelen – zoals het isoleren van steden om cholera in te dammen – het lijden alleen maar verergerden. De burgers waren verder boos over de terugkeer van pro-Japanse collaborateurs als politieagenten, die dezelfde misstanden hervatten die ze tijdens de koloniale periode hadden begaan.


De spanningen escaleerden nadat de USAMGIK in mei 1946 de communistische activiteiten verbood en de arbeidsstakingen hardhandig neerzette. In september 1946 begon een algemene staking waarbij meer dan 250.000 arbeiders betrokken waren en die zich over het hele land verspreidde. De regering bestempelde de staking als illegaal en gebruikte politie en rechtse paramilitaire groeperingen om deze te onderdrukken. In Daegu bereikten deze spanningen een breekpunt toen de politie op 1 oktober op stakers schoot, waarbij Kim Yong-Tae, een spoorwegarbeider, om het leven kwam.


De opstand en de verspreiding van de opstand

De schietpartij van de politie leidde de volgende dag, op 2 oktober, tot protesten. Duizenden mensen – arbeiders, studenten en gewone burgers – gingen de straat op met het lichaam van de vermoorde arbeider. In Daegu overweldigden demonstranten de politie, namen kortstondig de controle over overheidsfaciliteiten over en bevrijdden politieke gevangenen. Woede jegens pro-Japanse officieren voedde het geweld, waarbij demonstranten zich richtten op de politie en functionarissen die banden hadden met het voormalige koloniale regime.


De opstand verspreidde zich snel buiten Daegu naar Gyeongsangbuk-do en Gyeongsangnam-do, waar menigten politiebureaus aanvielen, voorraden plunderden en voedsel uitdeelden aan de behoeftigen. In Yeongcheon hebben 10.000 demonstranten het politiebureau in brand gestoken, terwijl in Waegwan de lokale bevolking de politiechef vermoordde als vergelding voor de inbeslagname van rijst.


Elders bereikte de opstand Chungcheong-do, Gangwon-do en zelfs Seoel, waar de protesten escaleerden in gewelddadige botsingen met de politie. In het hele land gingen anti-regeringsprotesten gepaard met woede over honger, repressie en sociale ongelijkheid, waardoor de opstand een landelijke beweging werd.


USAMGIK's reactie en onderdrukking

Als reactie hierop riep de USAMGIK de staat van beleg af in Daegu en zette Amerikaanse troepen, de nationale politie en anticommunistische paramilitaire groeperingen in om de opstand te onderdrukken. Rechtse groeperingen, zoals de Korean National Youth Association en de Northwest Youth League, namen deel aan gewelddadige represailles tegen demonstranten en vermoedelijke linksen. Politie en paramilitairen voerden ook terreurdaden uit: huizen in brand steken, plunderingen plegen en burgers executeren in gebieden waar protesten waren uitgebroken.


Het harde optreden van de regering was brutaal, met meer dan 2.600 arrestaties en veel buitengerechtelijke executies. Officieel werden 116 burgers, 92 politieagenten en 240 demonstranten gedood, hoewel de werkelijke tol mogelijk hoger was geweest.


Impact en betekenis

De nederlaag van de opstand was een keerpunt in het Zuid-Korea na de bevrijding. Het verzwakte ernstig de Volkscomités en vakbonden, die de oppositie tegen het USAMGIK-beleid hadden georganiseerd. Daarentegen werden de rechtse krachten sterker en consolideerden ze de macht vóór de oprichting van de Republiek Korea in 1948.


De opstand bracht ook wijdverbreide onvrede met de Amerikaanse militaire regering aan het licht, waardoor de publieke oppositie tegen autoritair bestuur en de re-integratie van koloniale collaborateurs in de nieuwe regering aan het licht kwam. Voor velen ging de opstand niet alleen over arbeids- of voedseltekorten, maar ook over het terugwinnen van de soevereiniteit aan buitenlandse controle en het verzet tegen de overblijfselen van het koloniale systeem.


De Waarheids- en Verzoeningscommissie van Zuid-Korea erkende in haar rapport uit 2010 de onrechtvaardigheid van de repressie en adviseerde compensatie voor de 7.500 slachtoffers en hun families. Veel van de slachtoffers werden als criminelen bestempeld en hadden decennialang te maken met sociaal stigma.

Laatst bijgewerkt: 10/30/2024

Support HistoryMaps

Er zijn verschillende manieren om het HistoryMaps-project te helpen ondersteunen.