Het hoogtepunt van
de Chinese wiskunde vond plaats in de 13e eeuw, tijdens de tweede helft van de Song-dynastie (960–1279), met de ontwikkeling van de Chinese algebra.De belangrijkste tekst uit die periode is de Precious Mirror of the Four Elements van Zhu Shijie (1249–1314), waarin de oplossing van gelijktijdige algebraïsche vergelijkingen van hogere orde wordt behandeld met behulp van een methode die vergelijkbaar is met de methode van Horner.
[70] De Precious Mirror bevat ook een diagram van de driehoek van Pascal met coëfficiënten van binomiale uitbreidingen tot en met de achtste macht, hoewel beide al in 1100 in Chinese werken voorkomen
[. 71] De Chinezen maakten ook gebruik van het complexe combinatorische diagram dat bekend staat als het magisch vierkant en magische cirkels, beschreven in de oudheid en geperfectioneerd door Yang Hui (CE 1238–1298).
[71]Japanse wiskunde,
Koreaanse wiskunde en
Vietnamese wiskunde worden traditioneel gezien als voortkomend uit de Chinese wiskunde en behorend tot de confucianistische Oost-Aziatische culturele sfeer.
[72] De Koreaanse en Japanse wiskunde werden sterk beïnvloed door de algebraïsche werken die tijdens de Chinese Song-dynastie werden geproduceerd, terwijl de Vietnamese wiskunde zwaar schatplichtig was aan populaire werken uit de Chinese
Ming-dynastie (1368–1644).Hoewel Vietnamese wiskundige verhandelingen bijvoorbeeld in het Chinees of in het inheemse Vietnamese Chữ Nôm-schrift waren geschreven, volgden ze allemaal het
[Chinese] format van het presenteren van een verzameling problemen met algoritmen om ze op te lossen, gevolgd door numerieke antwoorden.
[74] Wiskunde werd in Vietnam en Korea vooral geassocieerd met de professionele rechtsbureaucratie van wiskundigen en astronomen, terwijl het in Japan vaker voorkwam op het gebied van particuliere scholen.
[75]