1595 BCE Jan 1
Zak van Babylon
Babylon, IraqVóór 1595 vGT kende Zuid-Mesopotamië, tijdens de Oud-Babylonische periode, een fase van verval en politieke instabiliteit.Deze neergang was voornamelijk te wijten aan het onvermogen van Hammurabi's opvolgers om de controle over het koninkrijk te behouden.Een sleutelfactor in deze achteruitgang was het verlies van controle over vitale handelsroutes tussen de noordelijke en zuidelijke regio's van Babylonië tot aan de Eerste Sealand-dynastie.Dit verlies had aanzienlijke economische gevolgen voor de regio.Omstreeks 1595 vGT viel de Hettitische koning Mursili I Zuid-Mesopotamië binnen.Daarvoor had hij Aleppo, een sterk buurkoninkrijk, verslagen.De Hettieten plunderden vervolgens Babylon, waarmee feitelijk een einde kwam aan de Hammurabi-dynastie en de Oud-Babylonische periode.Deze militaire actie markeerde een belangrijk keerpunt in de Mesopotamische geschiedenis.De Hettieten vestigden na hun verovering geen heerschappij over Babylon of de omliggende gebieden.In plaats daarvan kozen ze ervoor zich terug te trekken en langs de rivier de Eufraat terug te keren naar hun thuisland, bekend als "Hatti-land".De grondgedachte achter de Hettitische invasie en de plundering van Babylon is een onderwerp van discussie onder historici geweest.Er wordt gespeculeerd dat de opvolgers van Hammurabi mogelijk een bondgenootschap hadden gesloten met Aleppo, wat de aandacht van de Hettieten trok.Als alternatief zouden de motieven van de Hettieten het zoeken naar controle over land, mankracht, handelsroutes en toegang tot waardevolle ertsvoorraden kunnen omvatten, wat wijst op bredere strategische doelstellingen achter hun expansie.
▲
●