In de 5e eeuw begon de leer van Chán (Zen) in China, traditioneel toegeschreven aan de boeddhistische monnik Bodhidharma, een legendarische figuur.De school maakte intensief gebruik van de principes die te vinden zijn in de Laṅkāvatāra Sūtra, een sūtra die gebruik maakt van de leringen van Yogācāra en die van Tathāgatagarbha, en die het Ene Voertuig naar boeddhaschap onderwijst.In de beginjaren werd de leer van Chán daarom de ‘Eén Voertuigschool’ genoemd.De eerste meesters van de Chán-school werden "Laṅkāvatāra Masters" genoemd, vanwege hun beheersing van de praktijk volgens de principes van de Laṅkāvatāra Sūtra.De belangrijkste leringen van Chán stonden later vaak bekend om het gebruik van zogenaamde ontmoetingsverhalen en koans, en de daarin gebruikte lesmethoden.Zen is een school van het Mahayana-boeddhisme die zijn oorsprong vond in China tijdens de
Tang-dynastie , bekend als de Chan-school, en zich later ontwikkelde tot verschillende scholen.