Keizer Meiji, die leed aan diabetes, nefritis en gastro-enteritis, stierf aan uremie. Hoewel in de officiële aankondiging stond dat hij op 30 juli 1912 om 00.42 uur stierf, vond de feitelijke dood op 29 juli om 22.40 uur plaats. Hij werd opgevolgd door zijn oudste zoon, keizer Taishō.
In 1912 had Japan een politieke, economische en sociale revolutie doorgemaakt en was het uitgegroeid tot een van de grote mogendheden ter wereld. De New York Times vatte deze transformatie tijdens de begrafenis van de keizer in 1912 samen als: "het contrast tussen wat aan de begrafenisauto voorafging en dat wat erop volgde, was inderdaad opvallend. Voordat het oud Japan werd; daarna kwam het nieuwe Japan."