Een revolutionaire groep, de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), werd in 1978 opgericht in het dorp Fis, Lice, door een groep Koerdische studenten onder leiding van Abdullah Öcalan.De aanvankelijke reden die de PKK hiervoor gaf, was de onderdrukking van de Koerden in Turkije.Destijds was het gebruik van de Koerdische taal, kleding, folklore en namen verboden in de door Koerden bewoonde gebieden.In een poging hun bestaan te ontkennen categoriseerde de Turkse regering de Koerden in de jaren dertig en veertig als ‘Bergturken’.De woorden "Koerden", "Koerdistan" of "Koerdisch" werden officieel verboden door de Turkse regering.Na de militaire staatsgreep van 1980 werd de Koerdische taal tot 1991 officieel verboden in het openbare en privéleven. Velen die Koerdisch spraken, publiceerden of zongen, werden gearresteerd en gevangengezet.De PKK werd opgericht in een poging om taalkundige, culturele en politieke rechten voor de Koerdische minderheid in Turkije te vestigen.De grootschalige opstand begon echter pas op 15 augustus 1984, toen de PKK een Koerdische opstand aankondigde.Sinds het begin van het conflict zijn ruim 40.000 mensen omgekomen, van wie de overgrote meerderheid Koerdische burgers waren.Beide partijen werden tijdens het conflict beschuldigd van talrijke mensenrechtenschendingen.Hoewel het Koerdisch-Turkse conflict zich naar veel regio’s heeft verspreid, heeft het grootste deel van het conflict plaatsgevonden in Noord-Koerdistan, dat overeenkomt met Zuidoost-Turkije.De aanwezigheid van de PKK in
Iraaks Koerdistan heeft ertoe geleid dat de Turkse strijdkrachten regelmatig grondinvallen en lucht- en artillerieaanvallen in de regio hebben uitgevoerd, en haar invloed in Syrisch Koerdistan heeft daar tot soortgelijke activiteiten geleid.Het conflict heeft de economie van Turkije naar schatting 300 tot 450 miljard dollar gekost, voornamelijk aan militaire kosten.