In een diploma, gedateerd 26 juli 1324, verwijst koning Karel I van
Hongarije naar Basarab als "onze voivode van Walachije", wat aangeeft dat Basarab in die tijd een vazal was van de koning van Hongarije.In
[korte] tijd weigerde Basarab echter de heerschappij van de koning te aanvaarden, want noch de groeiende macht van Basarab, noch het actieve buitenlandse beleid dat hij voor eigen rekening voerde in het zuiden, kon in Hongarije acceptabel zijn.
[63] In een nieuw diploma, gedateerd 18 juni 1325, noemt koning Karel I hem als "Basarab van Walachije, ontrouw aan de heilige kroon van de koning" (Bazarab Transalpinum regie corone infidelem).
[64]In de hoop Basarab te straffen, zette koning Charles I in 1330 een militaire campagne tegen hem op. De koning rukte met zijn leger op naar Walachije, waar alles verwoest leek te zijn.De koning kon Basarab niet onderwerpen en beval de terugtocht door de bergen.Maar in een lange en smalle vallei werd het Hongaarse leger aangevallen door de Roemenen, die posities op de hoogten hadden ingenomen.De strijd, de Slag om Posada genaamd, duurde vier dagen (9–12 november 1330) en was een ramp voor de Hongaren wier nederlaag verwoestend was.
[65] De koning kon alleen met zijn leven ontsnappen door zijn koninklijk wapen uit te wisselen met een van zijn bedienden.
[66]De slag bij Posada was een keerpunt in de Hongaars-Walachijse betrekkingen: hoewel de koningen van Hongarije in de loop van de 14e eeuw meer dan eens probeerden de voivodes van Walachije te reguleren, slaagden ze daar slechts tijdelijk in.Zo opende de overwinning van Basarab onherroepelijk de weg naar onafhankelijkheid voor het Vorstendom Walachije.