Toen koning Alexander III over
Schotland regeerde, kende zijn regering een periode van vrede en economische stabiliteit.Op 19 maart 1286 stierf Alexander echter nadat hij van zijn paard was gevallen.De erfgenaam van de troon was Alexanders kleindochter, Margaret, Maagd van Noorwegen.Toen ze nog een kind was, richtten de Schotse heren in Noorwegen een regering van voogden op.Margaret werd ziek tijdens de reis naar Schotland en stierf in Orkney op 26 september 1290. Het ontbreken van een duidelijke erfgenaam leidde tot een periode die bekend staat als Competitors for the Crown of Scotland of de "Great Cause", waarin verschillende families aanspraak maakten op de troon. .Nu Schotland dreigde in een burgeroorlog terecht te komen, werd koning Edward I van Engeland door de Schotse adel uitgenodigd om te arbitreren.Voordat het proces kon beginnen, stond hij erop dat alle kanshebbers hem zouden erkennen als de allergrootste heer.Begin november 1292 werd tijdens een groot feodaal hof in het kasteel van Berwick-upon-Tweed een oordeel uitgesproken in het voordeel van John Balliol die de sterkste claim in de wet had.Edward ging verder met het ongedaan maken van de uitspraken van de Schotse heren en riep zelfs koning John Balliol op om als gewone aanklager voor de Engelse rechtbank te verschijnen.John was een zwakke koning, bekend als "Toom Tabard" of "Empty Coat".John deed in maart 1296 afstand van zijn eerbetoon.