De sociale oorzaken van de Russische revolutie kunnen worden afgeleid uit eeuwenlange onderdrukking van de lagere klassen door het tsaristische regime en de mislukkingen van Nicolaas in
de Eerste Wereldoorlog .Terwijl agrarische boeren op het platteland in 1861 waren bevrijd van de lijfeigenschap, hadden ze nog steeds een hekel aan het betalen van aflossingsbetalingen aan de staat en eisten ze een gemeenschappelijke aanbesteding van het land dat ze bewerkten.Het probleem werd nog verergerd door het mislukken van de landhervormingen van Sergei Witte in het begin van de 20e eeuw.Toenemende boerenopstanden en soms zelfs opstanden vonden plaats, met als doel het eigendom van het land dat ze bewerkten veilig te stellen.Rusland bestond voornamelijk uit arme boeren en substantiële ongelijkheid in grondbezit, waarbij 1,5% van de bevolking 25% van het land bezat.De snelle industrialisatie van Rusland resulteerde ook in stedelijke overbevolking en slechte omstandigheden voor stedelijke industriële arbeiders (zoals hierboven vermeld).Tussen 1890 en 1910 groeide de bevolking van de hoofdstad Sint-Petersburg van 1.033.600 tot 1.905.600, terwijl Moskou een vergelijkbare groei doormaakte.Hierdoor ontstond een nieuw 'proletariaat' dat, vanwege de drukte in de steden, veel eerder geneigd was te protesteren en te staken dan de boeren in voorgaande tijden.Uit een onderzoek uit 1904 bleek dat gemiddeld 16 mensen elk appartement in Sint-Petersburg deelden, met zes mensen per kamer.Er was ook geen stromend water en bergen menselijk afval vormden een bedreiging voor de gezondheid van de arbeiders.De slechte omstandigheden verergerden de situatie alleen maar, waarbij het aantal stakingen en incidenten van openbare wanorde snel toenam in de jaren kort voor de Eerste Wereldoorlog. Vanwege de late industrialisatie waren de Russische arbeiders sterk geconcentreerd.In 1914 was 40% van de Russische arbeiders werkzaam in fabrieken met meer dan 1.000 arbeiders (32% in 1901).42% werkte in bedrijven met 100 tot 1.000 werknemers, 18% in bedrijven met 1 tot 100 werknemers (in de VS, 1914, waren de cijfers respectievelijk 18, 47 en 35).