Ongeveer tien jaar lang kende het land een gestaag proces van seculiere verwestersing door de hervormingen van Atatürk, waaronder de eenmaking van het onderwijs;de stopzetting van religieuze en andere titels;de sluiting van islamitische rechtbanken en de vervanging van het islamitische canonieke recht door een seculier burgerlijk wetboek naar het model van Zwitserland en een wetboek van strafrecht naar het model van het Italiaanse wetboek van strafrecht;erkenning van de gelijkheid tussen de seksen en de toekenning van volledige politieke rechten aan vrouwen op 5 december 1934;de taalhervorming die is geïnitieerd door de nieuw opgerichte Turkse Taalvereniging;vervanging van het Ottomaans-
Turkse alfabet door het nieuwe Turkse alfabet afgeleid van het Latijnse alfabet;de kledingwet (het dragen van een fez is verboden);de wet op de familienamen;en vele anderen.