In 1891 veroverde Muhammad bin Abdullah Al Rashid, een rivaal van het Huis van Saud, Riyadh, waardoor de toen 15-jarige Ibn Saud en zijn familie hun toevlucht zochten. Aanvankelijk zochten ze onderdak bij de Al Murrah Bedoeïenenstam, verhuisden vervolgens voor twee maanden naar Qatar, verbleven kort in Bahrein en vestigden zich uiteindelijk met Ottomaanse toestemming in Koeweit, waar ze ongeveer tien jaar woonden. [25]
Op 14 november 1901 lanceerde Ibn Saud, vergezeld van zijn halfbroer Muhammad en andere familieleden, een inval in Nejd, waarbij hij zich richtte op stammen die verbonden waren met de Rashidi's. Ondanks de [afnemende] steun en de afkeuring van zijn vader zette Ibn Saud zijn campagne voort en bereikte uiteindelijk Riyad. In de nacht van 15 januari 1902 beklommen Ibn Saud en 40 mannen de stadsmuren met palmbomen, waarbij ze met succes Riyadh heroverden. De Rashidi-gouverneur Ajlan werd gedood tijdens de operatie door Abdullah bin Jiluwi, die het begin markeerde van de derde Saoedische staat. [27] Na deze overwinning stuurde de Koeweitse heerser Mubarak Al Sabah 70 extra strijders, onder leiding van Ibn Sauds jongere broer Saad, om hem te steunen. Ibn Saud vestigde vervolgens zijn residentie in het paleis van zijn grootvader Faisal bin Turki in Riyad. [26]