Video
In 1972 stuurde de nieuwe president van Egypte, Anwar Sadat, Sovjetadviseurs het land uit, wat bijdroeg aan de Israëlische zelfgenoegzaamheid over mogelijke dreigingen uitEgypte en Syrië. Gecombineerd met de wens om het initiëren van conflicten te vermijden en een op veiligheid gerichte verkiezingscampagne, slaagde Israël er niet in te mobiliseren, ondanks waarschuwingen voor een op handen zijnde aanval. [209]
De Jom Kipoeroorlog, ook wel bekend als de Oktoberoorlog, begon op 6 oktober 1973 en viel samen met Jom Kipoer. Egypte en Syrië lanceerden een verrassingsaanval op het onvoorbereide Israëlische leger. Aanvankelijk was het vermogen van Israël om de indringers af te weren onzeker. Zowel de Sovjet-Unie als de Verenigde Staten haastten zich, onder leiding van Henry Kissinger, met wapens naar hun respectieve bondgenoten. Israël weerde uiteindelijk de Syrische strijdkrachten op de Golanhoogvlakte af en ondanks de aanvankelijke overwinningen van Egypte in de Sinaï staken Israëlische troepen het Suezkanaal over, omsingelden het Egyptische Derde Leger en naderden Caïro. De oorlog resulteerde in meer dan 2.000 Israëlische doden, aanzienlijke wapenuitgaven voor beide partijen en een groter Israëlisch bewustzijn van hun kwetsbaarheid. Het verhoogde ook de spanningen tussen de supermachten. Daaropvolgende onderhandelingen onder leiding van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger resulteerden begin 1974 in Disengagement of Forces-overeenkomsten met Egypte en Syrië.
De oorlog veroorzaakte de oliecrisis van 1973, waarbij Saoedi-Arabië een olie-embargo van de OPEC leidde tegen landen die Israël steunden. Dit embargo veroorzaakte ernstige olietekorten en prijspieken, waardoor veel landen de betrekkingen met Israël verbraken of verslechterden en het land uitsloten van Aziatische sportevenementen.
Jom Kipoeroorlog Sinaï-campagnekaart 1 © Ministerie van Geschiedenis, Amerikaanse militaire academie
Jom Kipoeroorlog Sinaï-campagnekaart 2 © Ministerie van Geschiedenis, Amerikaanse militaire academie
Jom Kipoeroorlog 1973 op de Golanhoogten © Ministerie van Geschiedenis, Amerikaanse militaire academie
Na de oorlog zag de Israëlische politiek de vorming van de Likud-partij uit Gahal en andere rechtse groepen, geleid door Begin. Bij de verkiezingen van december 1973 won Labour, onder leiding van Golda Meir, 51 zetels, terwijl de Likud 39 zetels behaalde.
In november 1974 kreeg de PLO de status van waarnemer bij de VN, waarbij Yasser Arafat de Algemene Vergadering toesprak. In hetzelfde jaar gaf de Agranat-commissie, die onderzoek deed naar de onvoorbereidheid van Israël op de oorlog, de militaire leiding de schuld, maar sprak de regering vrij. Desondanks leidde de publieke onvrede tot het aftreden van premier Golda Meir.