Joodse immigratie en nazi-propaganda droegen bij aan de grootschalige Arabische opstand van 1936-1939 in Palestina, een grotendeels nationalistische opstand gericht op het beëindigen van de Britse overheersing. De Britten reageerden op de opstand met de Peel Commission (1936-1937), een openbaar onderzoek dat aanbeveelde een exclusief Joods grondgebied te creëren in Galilea en de westkust (inclusief de bevolkingsoverdracht van 225.000 Arabieren); de rest wordt een exclusief Arabisch gebied. De twee belangrijkste Joodse leiders, Chaim Weizmann en David Ben-Gurion, hadden het Zionistische Congres ervan overtuigd de Peel-aanbevelingen dubbelzinnig goed te keuren als basis voor meer onderhandelingen. Het plan werd regelrecht verworpen door de Palestijns-Arabische leiders en zij hernieuwden de opstand, wat ertoe leidde dat de Britten de Arabieren tevreden stelden en het plan als onwerkbaar verlieten.
In 1938 riepen de VS een internationale conferentie bijeen om de kwestie te bespreken van de grote aantallen Joden die Europa probeerden te ontvluchten. Groot-Brittannië stelde zijn deelname afhankelijk van het buiten de discussie houden van Palestina. Er waren geen Joodse vertegenwoordigers uitgenodigd. De nazi's stelden hun eigen oplossing voor: dat de Joden van Europa naar Madagaskar zouden worden verscheept (het Madagaskarplan). De overeenkomst bleek vruchteloos en de Joden zaten vast in Europa.
Kaart van het verdelingsvoorstel van de Peel-commissie voor Palestina, 1937. Groen = voorgestelde Arabische staat. Blauw = voorgestelde Joodse staat. Roze = voorgestelde internationale neutrale zone. © Ynhockey
Nu miljoenen Joden Europa proberen te verlaten en elk land ter wereld gesloten is voor Joodse migratie, besloten de Britten Palestina te sluiten. In het Witboek van 1939 werd aanbevolen om binnen tien jaar een onafhankelijk Palestina te vestigen, gezamenlijk bestuurd door Arabieren en Joden. Het Witboek stemde ermee in om in de periode 1940-1944 75.000 Joodse immigranten Palestina binnen te laten, waarna voor migratie Arabische goedkeuring nodig zou zijn. Zowel de Arabische als de Joodse leiders verwierpen het Witboek. In maart 1940 vaardigde de Britse Hoge Commissaris voor Palestina een edict uit dat Joden verbood land te kopen in 95% van Palestina. Joden namen nu hun toevlucht tot illegale immigratie: (Aliyah Bet of "Ha'apalah"), vaak georganiseerd door de Mossad Le'aliyah Bet en de Irgun. Zonder hulp van buitenaf en zonder landen die hen wilden toelaten, slaagden er tussen 1939 en 1945 maar heel weinig Joden in Europa te ontvluchten.