De Tweede Tempelperiode in de Joodse geschiedenis, die zich uitstrekt van 516 v.Chr. tot 70 n.Chr., markeert een belangrijk tijdperk dat wordt gekenmerkt door religieuze, culturele en politieke ontwikkelingen. Na de Perzische verovering van Babylon onder Cyrus de Grote begon dit tijdperk met de Joodse terugkeer uit de Babylonische ballingschap en de wederopbouw van de Tweede Tempel in Jeruzalem, waarmee een autonome Joodse provincie werd gevestigd. Het tijdperk veranderde later onder invloed van de Ptolemeïsche (ca. 301–200 v.Chr.) en Seleucidische (ca. 200–167 v.Chr.) rijken.
De Tweede Tempel, later bekend als de Tempel van Herodes, was de gereconstrueerde tempel in Jeruzalem tussen ca. 516 v.Chr. en 70 n.Chr. Het was een cruciaal symbool van het joodse geloof en de joodse identiteit tijdens de Tweede Tempelperiode. De Tweede Tempel diende als de centrale plaats van Joodse eredienst, rituele offers en gemeenschappelijke bijeenkomsten voor Joden, en trok Joodse pelgrims uit verre landen aan tijdens de drie pelgrimsfeesten: Pesach, Sjavoeot en Soekot.
Joodse expansie onder de Hasmoneeën. © Effib
De Makkabische opstand tegen de Seleucidische heerschappij leidde tot de Hasmonese dynastie (140–37 vGT), die de laatste Joodse soevereiniteit in de regio symboliseerde vóór een langdurige onderbreking. De Romeinse verovering in 63 vGT en de daaropvolgende Romeinse overheersing veranderden Judea in 6 n.Chr. in een Romeinse provincie. De Eerste Joods-Romeinse Oorlog (66-73 n.Chr.), Aangespoord door verzet tegen de Romeinse overheersing, culmineerde in de vernietiging van de Tweede Tempel en Jeruzalem, waarmee deze periode werd afgesloten.
Dit tijdperk was cruciaal voor de evolutie van het Jodendom uit de Tweede Tempel, gekenmerkt door de ontwikkeling van de Hebreeuwse Bijbelcanon, synagoge en Joodse eschatologie. Het zag het einde van de joodse profetie, de opkomst van hellenistische invloeden in het jodendom en de vorming van sekten zoals de Farizeeën, Sadduceeën, Essenen, Zeloten en het vroege christendom . Literaire bijdragen omvatten delen van de Hebreeuwse Bijbel, apocriefen en Dode Zeerollen, met belangrijke historische bronnen van Josephus, Philo en Romeinse auteurs.
De verwoesting van de Tweede Tempel in 70 CE was een cruciale gebeurtenis, die leidde tot de transformatie van de Joodse cultuur. Het rabbijnse jodendom, gericht op de aanbidding in de synagoge en de studie van de Thora, kwam naar voren als de dominante vorm van de religie. Tegelijkertijd begon het christendom zich af te scheiden van het jodendom. De Bar-Kokhba-opstand (132–135 n.Chr.) en de onderdrukking ervan hadden een verdere impact op de Joodse bevolking, waardoor het demografische centrum naar Galilea en de Joodse diaspora verschoof, wat een diepgaande invloed had op de Joodse geschiedenis en cultuur.