De Samaritaanse opstanden (ca. 484–573 n.Chr.) waren een reeks opstanden in de provincie Palaestina Prima, waar de Samaritanen in opstand kwamen tegen het Oost-Romeinse rijk. Deze opstanden leidden tot aanzienlijk geweld en een drastische afname van de Samaritaanse bevolking, waardoor de demografie van de regio opnieuw vorm kreeg. Na de Joods-Romeinse oorlogen waren Joden grotendeels afwezig in Judea, waarbij Samaritanen en Byzantijnse christenen dit vacuüm opvulden. De Samaritaanse gemeenschap beleefde een gouden eeuw, vooral onder Baba Rabba (ca. 288–362 CE), die de Samaritaanse samenleving hervormde en versterkte. Deze periode eindigde echter toen Byzantijnse troepen Baba Rabba gevangen namen. [131]
Justa-opstand (484)
De vervolging van de Samaritanen door keizer Zeno in Neapolis leidde tot de eerste grote opstand. De Samaritanen, onder leiding van Justa, namen wraak door christenen te vermoorden en een kerk in Neapolis te vernietigen. De opstand werd neergeslagen door Byzantijnse troepen, en Zeno richtte een kerk op de berg Gerizim, wat de Samaritaanse gevoelens nog verergerde. [132]
Samaritaanse onrust (495)
Een andere opstand vond plaats in 495 onder keizer Anastasius I, waar Samaritanen de berg Gerizim kortstondig opnieuw bezetten, maar opnieuw werden onderdrukt door de Byzantijnse autoriteiten. [132]
Ben Sabar-opstand (529-531)
De meest gewelddadige opstand werd geleid door Julianus ben Sabar, als reactie op de beperkingen die door de Byzantijnse wetten waren opgelegd. De antichristelijke campagne van Ben Sabar stuitte op krachtig Byzantijns en Ghassanidisch Arabisch verzet, wat leidde tot zijn nederlaag en executie. Deze opstand verminderde de Samaritaanse bevolking en aanwezigheid in de regio aanzienlijk. [132]
Samaritaanse opstand (556)
Een gezamenlijke Samaritaans-Joodse opstand in 556 werd onderdrukt, met ernstige gevolgen voor de rebellen. [132]
Opstand (572)
Een andere opstand in 572/573 (of 578) vond plaats tijdens het bewind van de Byzantijnse keizer Justinus II , wat leidde tot verdere beperkingen voor Samaritanen. [132]
Nasleep
Door de opstanden nam de Samaritaanse bevolking drastisch af, die tijdens het islamitische tijdperk verder afnam. Samaritanen kregen te maken met discriminatie en vervolging, en hun aantal bleef afnemen als gevolg van bekeringen en economische druk. [133] Deze opstanden markeerden een significante verschuiving in het religieuze en demografische landschap van de regio, waarbij de invloed en het aantal van de Samaritaanse gemeenschap drastisch verminderden, wat de weg vrijmaakte voor de dominantie van andere religieuze groepen.