De geopolitieke strijd om controle over de Georgische koninkrijken, met name het koninkrijk Iberia, was een centraal aspect van de rivaliteit tussen het Byzantijnse rijk en het Sassanidische Perzië , daterend uit de 3e eeuw. In het begin van het Sassanidische tijdperk, tijdens het bewind van koning Shapur I (240-270), vestigden de Sassaniërs voor het eerst hun bestuur op het Iberia, waarbij ze rond 284 een Iraanse prins uit het Huis van Mihran, bekend als Mirian III, op de troon plaatsten. begon de Chosroid-dynastie, die tot in de zesde eeuw het Iberia-gebied bleef regeren.
De Sassanidische invloed werd versterkt in 363 toen koning Shapur II Iberia binnenviel en Aspacures II als zijn vazal installeerde. Deze periode markeerde een patroon waarin Iberische koningen vaak slechts de nominale macht bezaten, waarbij de werkelijke controle vaak verschoof tussen de Byzantijnen en de Sassaniden. In 523 benadrukte een mislukte opstand van de Georgiërs onder Gurgen dit turbulente bestuur, wat leidde tot een situatie waarin de Perzische controle directer was en de lokale monarchie grotendeels symbolisch was.
De nominale status van het Iberische koningschap werd duidelijker in de jaren 520 en werd officieel beëindigd in 580 na de dood van koning Bakur III, onder de heerschappij van Hormizd IV (578-590) van Perzië. Iberia werd vervolgens omgezet in een directe Perzische provincie, beheerd door aangestelde marzbans, waardoor de Perzische controle effectief werd geformaliseerd.
De directe Perzische heerschappij legde zware belastingen op en bevorderde het zoroastrisme, wat aanzienlijke onvrede veroorzaakte onder de overwegend christelijke Iberische adel. In 582 zochten deze edelen hulp bij de Oost-Romeinse keizer Maurits , die militair tussenbeide kwam. In 588 installeerde Maurits Guaram I van de Guaramiden als heerser van Iberia, niet als koning maar met de titel van curopalates, wat een Byzantijnse invloed weerspiegelde.
Het Byzantijns-Sassanidische verdrag van 591 herconfigureerde het Iberische bestuur, waarbij het koninkrijk in Tbilisi officieel werd verdeeld in Romeinse en Sassanidische invloedssferen, waarbij Mtskheta onder Byzantijnse controle kwam. Deze regeling veranderde opnieuw onder leiding van Stefanus I (Stephanoz I), die zich nauwer bij Perzië aansloot in een poging Iberia te herenigen. Deze heroriëntatie leidde echter tot zijn dood tijdens een aanval van de Byzantijnse keizer Heraclius in 626, te midden van de bredere Byzantijns-Sassanidenoorlog van 602-628. Tussen 627 en 628 hadden Byzantijnse troepen de overhand in het grootste deel van Georgië verworven, een status die bleef bestaan totdat de islamitische veroveringen het politieke landschap van de regio veranderden.