![Ilia Chavchavadze: Georgische Nationale Beweging](https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/e/e0/Ilia_Tchavtchavadze.jpg/1200px-Ilia_Tchavtchavadze.jpg)
In de tweede helft van de 19e eeuw onderging Georgië aanzienlijke sociale en politieke veranderingen, gekenmerkt door ontevredenheid over de tsaristische autocratie en een nationaal ontwaken onder leiding van belangrijke Georgische figuren. De emancipatie van lijfeigenen in het Russische rijk slaagde er niet in de wijdverbreide armoede van de boerenstand aan te pakken en tegelijkertijd de adel te vervreemden, die zowel het verlies van privileges als de economische opkomst van de stedelijke Armeense middenklasse in Georgië kwalijk nam. Deze grieven, in combinatie met de erosie van de onafhankelijkheid van de Georgisch-Orthodoxe Kerk onder Russische controle, voedden de onvrede in de Georgische samenleving.
Er ontstond een nationale bevrijdingsbeweging onder leiding van prins Ilia Chavchavadze, een gerenommeerd dichter, romanschrijver en intellectueel. Tussen 1855 en 1907 werkte Chavchavadze onvermoeibaar om de Georgische cultuur en identiteit nieuw leven in te blazen, door Georgische scholen op te richten, het nationale theater te steunen en de invloedrijke krant Iveria te lanceren. Zijn inspanningen werden gesteund door andere vooraanstaande Georgische intellectuelen, zoals Akaki Tsereteli, Niko Nikoladze en Iakob Gogebashvili, die hebben bijgedragen aan een literaire en culturele renaissance. Dit tijdperk zag de opkomst van gevierde schrijvers wier werken de literaire tradities van Georgië nieuw leven inblazen, waarbij Chavchavadze en Tsereteli werden geprezen als de grootste bijdragers van het tijdperk.
Te midden van deze culturele opleving kwamen politieke bewegingen in een stroomversnelling. De Marxistische Sociaal-Democratische Partij domineerde de Georgische politiek aan het begin van de 20e eeuw, waarbij figuren als Jozef Stalin als leiders naar voren kwamen. Boerenopstanden, zoals de wijdverbreide onrust in 1905, leidden tot politieke hervormingen die de spanningen tijdelijk verlichtten. De ontevredenheid over de economische ongelijkheid en de buitenlandse overheersing van de Georgische instellingen bleven echter de roep om onafhankelijkheid en het behoud van de nationale identiteit aandrijven.
Deze periode, die vaak wordt beschouwd als de basis van het moderne Georgië, legde de basis voor toekomstige politieke en culturele inspanningen om de Georgische soevereiniteit en culturele trots te herstellen.