Video
David IV van Georgië, bekend als David de Bouwer, was een cruciale figuur in de Georgische geschiedenis en regeerde van 1089 tot 1125. Op 16-jarige leeftijd klom hij op naar een koninkrijk dat verzwakt was door Seltsjoekse invasies en interne conflicten. David startte belangrijke militaire en administratieve hervormingen die Georgië nieuw leven inblazen, waardoor hij de Seltsjoekse Turken kon verdrijven en de Georgische Gouden Eeuw kon beginnen.
Zijn regering markeerde een keerpunt met de overwinning in de Slag bij Didgori in 1121, waardoor de Seltsjoekse invloed in de regio drastisch werd verminderd en de Georgische controle over de Kaukasus werd uitgebreid. Davids hervormingen versterkten het militaire en gecentraliseerde bestuur, waardoor een periode van culturele en economische welvaart werd bevorderd.
David onderhield ook nauwe banden met de Georgisch-Orthodoxe Kerk, waardoor haar culturele en spirituele invloed werd vergroot. Zijn inspanningen bij de wederopbouw van de natie en zijn vrome geloof leidden tot zijn heiligverklaring als heilige door de Georgisch-Orthodoxe Kerk.
Ondanks uitdagingen van het in verval rakende Byzantijnse rijk en aanhoudende dreigingen vanuit aangrenzende moslimgebieden slaagde David IV erin de soevereiniteit van zijn koninkrijk te behouden en uit te breiden, waardoor hij een erfenis naliet die Georgië positioneerde als een dominante regionale macht in de Kaukasus.