
Een commissie van twaalf kruisvaarders en twaalf Venetianen besluit over de verdeling van het Byzantijnse rijk, inclusief de gebieden die nog onder de heerschappij van Byzantijnse eisers staan. In overeenstemming met hun maart-pact wordt een kwart van het land toegewezen aan de keizer, terwijl het resterende grondgebied wordt verdeeld tussen de Venetianen en de Latijnse aristocraten.